fbpx

Je weet dat je leiding bent als…

Je weet dat je kampleider bent als …

… je ook doorheen het jaar aan een sneltempo knopen kan doorhakken als er iets aan jou gevraagd wordt.
… één van je adjuncten het toch de moeite vindt je sleutels en fluitje terug te komen brengen dat je weer kwijt was. Ze weten dat je anders het volgende aantreden op hun fluitje zabbert.
… je als je een groep hoofdanimatoren ziet je meteen potentiële adjuncten probeert te spotten.
… je niet meer weet hoe je de kantine organiseert. Gelukkig de adjuncten wel.
… je niet meer weet wanneer je nog eens de tijd gevonden hebt om jezelf te douchen. De kampleider en adjuncten daarom aan een aparte tafel gezet zijn.
… je opnieuw in ziekenhuis Oost-Limburg aankomt en je je er meteen thuis voelt.
… je antennes ontwikkelt voor moraliserende verhaaltjes die een avond- of ochtendwoordje zouden kunnen zijn.
… je jezelf elke kampleidersvergadering opnieuw verbaast hoe we ondertussen 16 kampleiders rond een tafel krijgen (min die twee of drie die statistisch gezien niet aanwezig kunnen zijn).
… monitoren komen vragen wanneer ze en tussentijdse evaluatie krijgen. Lieve monitoren, stop daarmee. We gaan met plezier op kamp en zullen feedback geven, tussendoor. Gezellig!
… hees worden zowat je grootste nachtmerrie is de laatste dagen.
… je een fantastisch span mustangs (de monitoren) groepsdynamisch kunt laten toveren met een groep.
… je met de andere kampleiders deze zomer 861 uren activiteiten gerealiseerd hebt.
… je er waarschijnlijk onbewust wel wat meer gedraaid hebt.
… een langere eerste avond, even het antigifcentrum bellen wanneer een deelnemer besloot muggenspray te drinken.
… je alles zo veilig organiseert dat je de deelnemers net voor het afsluiten van het kamp in doorns laat rollen en onopgewarmd een rugbymatch laat spelen om de ouders te laten geloven dat ze echt op kamp zijn geweest.

Je weet dat je adjunct bent als …

(nvdr. adjunct = hoofdleiding of “hulpje” van de kampleider)
… je zonder nadenken kan zeggen of er al dan niet gaatjesknippers zijn in Heuvelsven en waar de knikkers liggen.
… je ergens na december telefoon krijgt van een kampleider die je heel graag mee op kamp wil.
… je het mist om vendelvergaderingen te mogen doen.
… je wel eens blij bent rustig te kunnen eten.
… je de orde doet en jezelf een heel klein beetje schaamt dat je eigen kamer een stal is.
… de vlag minder vlot naar boven of beneden gaat dan je gehoopt had.

Je weet dat je een ervaren adjunct bent als …

… de kampleider regelmatig verdwijnt.
… je zelf de aantredens mag fluiten en de timing in het oog houdt.
… je tijdens een ochtenwoordje of bij het maken van afspraken denkt “hier gaan we weer” en bijna woordelijk kan voorspellen wat de kampleider gaat zeggen.
… je bijna altijd wanneer de kampleider (te laat) aan iets denkt je kan zeggen: ‘Dat is al gebeurd.’

Je weet dat je monitor bent als …

… je jezelf plots afvraagt wie iets gaat opstarten tijdens de vrije tijd en dan beseft dat jij het bent.
… je de andere tafels in het oog houdt en blij bent dat de sfeer er bij jou aan tafel goed inzit.
… je snode plannen bedenkt om toch even te kunnen upteamen met de bekende monitoren van de andere leeftijdsgroep.
… je zo op siëst gehoopt had, dacht op 15 minuten je bosspel klaar te zetten en om 14u nog om tien
minuten extra tijd vraagt terwijl je een kleine zucht slaat.

 

Artikel door Hans Jacobs